Vorige week had ik een week vrij genomen van betaald werk om te weven en te schrijven. Een hele week met mezelf te zijn en deels met mijn zoon. Het gaf de ruimte de tekst ‘Be Proud!’ te schrijven, over hoe ver ik nu ben in mijn proces en hoe belangrijk is jezelf lief te hebben. Zo kort samengevat doe ik tekort aan de tekst maar het was zó fijn te uiten hoe goed het met me gaat sinds mijn operatie. Maar een of twee dagen later voelde ik me ineens zo inmens verdrietig. Ik begreep het zelf niet goed, het overviel me even. Nou ja, de directe aanleiding was dat de iemand die ik net leer kennen bijna een dag niet reageerde op een berichtje. Wetende dat hen met van alles bezig was schoot ik toch in paniek. Hetzelfde gebeurde een paar dagen later bij een vriendin die evenlang niet reageerde op mijn berichtje over hoe lastig dat was. Op zich niet zo raar allemaal en ik had jaren geleden al bereikt dat ik tegenwoordig geen spanning voel als er na tien minuten geen berichtje terugkomt maar toch was ik in beide gevallen onnodig veel te veel van de kaart.
En langzaam begon me te dagen dat ik de laatste tijd vaker vastliep op patronen waar faal- of verlatingsangst kan spelen. Zoals op mijn werk toen er een voorstel van mij werd afgewezen. Dat was om een praktische reden maar het voelde alsof mijn creativiteit en technische kwaliteit niet meer gewaardeerd werd. Ik maakte het enorm groot en gevoelig. Of het contact maken met de andere huurders in het pand waar ik mijn nieuwe atelier heb. Toen mij na terugkomst na de operatie niet gevraagd werd hoe het me mij ging dacht ik dat ik er niet bij hoorde, niet gewenst was. Ik wilde al bijna besluiten thuis te gaan werken. Maar instinctief weet ik wel dat als ik dat gevoel krijg ik dat juist niet moet doen. Want ik heb het contact ook nodig, zeker als ik straks meerdere dagen in mijn atelier ga werken. Het was allemaal geen terechte paniek, het was een reactie uit mijn kindertijd.
Verdriet komt er bij mij soms sneller uit bij het uien schillen. Al ben ik sinds ik begon met de hormoontherapie wel iets emotioneler geworden, eigenlijk had ik er meer van verwacht. Ik wilde heerlijk en lang tranen laten rollen bij gevoelige romantische films of zonder remming kunnen uithuilen bij een vriendin om niet te grote problemen. Er is verbetering maar het gebeurd maar zelden en nooit lang. Sinds deze week herken ik beter waar dat door komt, ik noem het even mijn Inner Defence Shield. Krachtig, effectief en bellemerend. Ik kom het extra tegen sinds ik mijn masker afgegooid heb en mijn genderdysforie uit mijn oude situatie nu gendereuforie geworden is. Het voelt zo heerlijk helemaal mijzelf te zijn, dat langzaam met knarsende scharnieren de oude verroeste metalen deuren openen naar de controlekamer van mijn Inner Defence Shield. Het verdedigingssysteem en overlevingsmechanisme dat ik bouwde in mijn kindertijd toen ik ook mijn masker bouwde. Deels zijn ze één natuurlijk.
Een ontwikkelingstrauma ontstaat als een kind in de jonge jaren niet voldoende bevestigd wordt begreep ik van mijn psycholoog. Dus eigenlijk het aanleren van vaardigheden om met emoties om te gaan niet of onvoldoende plaats vind. Als iets niet lukte of iets niet mocht je dan de juiste steun niet kreeg. Emotionele en fysieke steun. Nou denk ik wel dat er ook geknuffeld is, maar alleen in de vroege jaren en ik denk niet heel veel. Ik herinner me weinig uit mijn kindertijd maar sowieso geen gevoelens of beelden van innige knuffeligheid of liefkozende woorden. Ik herinner me nog wel dat ik bij mijn moeder ergens op puberleeftijd klaagde over dat ik niet kon discussiëren en ik dat wilde leren, en zij me juist meegaf dat ik dat niet moest willen. Discussiëren was een nare gewoonte. Haar reactie kwam door trauma zie ik nu wel, maar ik had het zeker wel nodig om mezelf te kunnen weren. Later in het gezinsvervangend tehuis leerde ik het gelukkig toch nog een stukje maar de onzekerheid was toen allang stevig ingeworteld.
Maar toch is er nog hoop natuurlijk, ik heb altijd hoop. Ik wil en ga werken aan mijzelf. Met hulp van anderen, het hoeft en kan niet allemaal in mijn eentje als de heldhaftige warrior die ik altijd was of wilde zijn. Mijn moeder ging of gaat ook altijd alles zelf aan. Ik snap het ook wel, ik dacht zelf ook even in een split second dat mijn psycholoog mijn nieuwe hulpvraag niet serieus zou nemen, wat ze natuurlijk wel deed. Alsof nog een kind mag ik opnieuw leren mijzelf staande te houden in de grotemensenwereld. Met hulp van vriendinnen en onder begeleiding van mijn psycholoog. Aftastend ga ik verder met het weghalen van de laagjes. Zoals die metafoor van het schillen van een ui om te duiden hoe je steeds meer tot de kern van je bestaan kan komen. De dikke buitenlaag heb ik er nu afgepeld, nu komen die glanzende laagjes binnenin. Die laagjes waar je tranen makkelijker van gaan lopen. Ik ben nog wel even bezig met pellen denk ik maar met de zekerheid en de zelfliefde die ik nu óók voel in mijzelf durf ik het aan. Ook heb ik nog wat heerlijke tweedehands herfstjurkjes gekocht. Ter affirmatie!