De schering voorbij

Ik zocht naar een gezegde uit de weefwereld dat past bij mijn situatie. ‘Schering en inslag’ dacht ik nog, maar al betekende die vroeger zoiets als ‘koek en ei’ wordt het nu meer gezien als duiding van eindeloze herhaling. Dat voelt juist niet als waar ik me nu beweeg. Er is zoveel veranderd in de afgelopen weken! En de term is ook verouderd1 Dus verder gezocht in mijn hoofd en online. Maar ik kwam vooral bij bomen en scheepstaal uit. Of die schone lei.

Dat er iets moest veranderen in de indeling van mijn week was voor mij al langer duidelijk. De laatste jaren begon ik mij er steeds meer aan te storen hoezeer ik in de computerwereld gerold was. Ik ben technisch handig en ik zoek graag dingen uit, dus op de academie was ik al gauw als student systeembeheerder van de computers van Interfaculteit Art Science, toen Beeld en Geluid. Sindsdien werd systeembeheer mijn hoofdbron van inkomen, om mijn kunstpraktijk te kunnen uitoefenen, een soort veilige basis. Maar zelfs als ik erover type begin ik te gapen. Ik ben die tak van sport helemaal ontgroeid!

Die kunstpraktijk van mij is ook enorm veranderd. In de jaren na de academie maakte ik vooral media installaties. Liefst met geluid, mechanieken, computers. En al denk ik dat ik best mooie dingen gemaakt heb gaf het niet een vorm van voldoening die ik erin zocht. Meestal had ik één groot project per jaar dat een aantal maanden in beslag nam en de rest van het jaar voelde ik me onrustig, doelloos als kunstenaar. In de laatste jaren voordat ik ontdekte dat ik liever jurkjes draag kon ik mijn ei kwijt in de jutkunst. Dingen maken van afvalmateriaal gevonden op het strand. Het was een intuïtievere manier van werken, en ik durfde bonte kleuren te gebruiken, iets wat ik vóór die tijd weinig deed. Ik zie het speuren naar die gekleurde plastics op het strand als de zoektocht naar die innerlijke ik die ik zo diep verstopte.

Over een paar weken, op 19 juni, is het alweer vier jaar geleden dat ik voor de spiegel ging staan, mezelf aankeek en zei ‘Ik houd van je’. Het was de eerste keer dat ik niet wegkeek bij die uitspraak, net na mijn ontdekking. Vanmorgen was ik bij Tanya Schouten, mijn psycholoog en begeleider in het transitietraject, waar we tot de conclusie kwamen dat mijn genderdysforie zo goed als opgelost is. Ik heb nog genoeg werk door de gevolgen van mijn ontwikkelingstrauma maar ik herken de onverwerkte angst als die mij overvalt veel beter nu er geen mistige genderdysforie-laag overheen hangt. De laatste maanden kon ik direct duiden wat er gebeurde en kon ik makkelijker, al dan niet stroperig, uit die angsten stappen, waar het me eerder vooral overviel en ik het hopeloos uit moest zitten.

Vorige week woensdag kwamen die dingen samen. Al sinds mijn transitie begon zocht ik naar alternatieve vormen van inkomsten. Ik wilde weg van het systeembeheer. Omdat ik me in de tussentijd steeds meer thuis ging voelen in de weefkunst begon daar de focus te liggen. Waarom zou ik een financieel veilig beroep uitvoeren als ik daardoor minder in mijn element ben omdat ik minder kan weven? Zoveel boeken, films en liedjes roepen ‘kies voor iets waar je gelukkig van wordt’. En nadat het Simuleringsfonds vorige week kenbaar maakte mijn aanvraag te honoreren hakte ik de knoop door. Een subsidie is tijdelijk dus het is wel spannend, maar ik besloot te stoppen met mijn systeembeheerbaan bij WORM.

Ik vergeet nooit hoe Mike mij in 2011 belde toen ik net mijn huwelijk uitstapte. Hij was toen financieel directeur bij Stichting WORM en had door uitval zo snel mogelijk een systeembeheerder nodig. Ik heb WORM op veel manieren beleefd en geleefd en het is een vreemd onwerkelijk idee dat ik over anderhalve maand mijn sleutels in ga leveren. Maar het is ook een heerlijk gevoel om vanaf de zomer, naast wat freelance werk, bijna fulltime bezig te kunnen zijn met het weven! Ik ben in ieder geval zo’n zeven tot acht maanden verzekerd van hetzelfde inkomen, daarna zien we weer verder.

Nou is dat niet iets wat mijn hoofd gewend is zomaar te accepteren, dat vrijblijvende ‘dan zien we wel weer verder’. Het is een mentale oefening in het loslaten. En het is ook niet helemaal waar, vanaf de zomer heb ik immers meer tijd naast mijn Weaving Glitches onderzoeksproject voor het bedenken van andere weef-ideeën. Ik ben reuze benieuwd waar ik over een jaar of twee mee bezig ben. Maar ik weet dat ik aan het weven ben. Nog nooit eerder voelde een vorm van creëren zo stabiel. Er is zoveel in te ontdekken en te leren, ik denk niet dat ik me snel ga vervelen.

Ik zie deze weken als een nieuw ijkpunt in mijn leven. Misschien ben ik daarom zo overprikkeld en blij dat ik koos na mijn gesprek een dagje uit te waaien in de zon op deze heerlijke eenpersoons camping. In het weven is het voorbereidend werk vaak evenveel of zelfs meer werk als het weven zelf. Voor mij in ieder geval! Pas als de schering volledig opgeboomd en ingeregen is, begint het echte weven. Zo lijkt het ook te gaan in mijn kunstpraktijk waar ik nu 23 jaar na mijn afstuderen eindelijk een vorm van maken gevonden heb die me blijft intrigeren, waar ik steeds weer blij van wordt. Of in mijn leven, waar ik na 44 jaar uitvond hoe ik me thuis kan voelen in mijn lichaam.

Morgen bij de weefwinkel hier in de buurt ga ik alvast wat garens kopen voor mijn nieuwe weefproject waaraan ik half juni ga beginnen. En een scheermolen bestellen, zodat ik voortaan net wat sneller en comfortabeler de schering kan maken. Deze week was een full-on week, en gaat nog even door omdat ik toevallig of bewust een aantal leuke afspraken heb staan. Nu en de komende dagen vier ik het bereiken van deze mijlpaal. 
De schering is opgeboomd, ik kan het leven gaan weven!

Weefsel van Stellata
Ocular Aurora test-weave 1.2
  1. https://onzetaal.nl/schatkamer/lezen/uitdrukkingen/schering-en-inslag ↩︎
Scroll naar boven