Met het hangslot waarvan ik een foto kreeg van Le Jardin Victor als uitgangspunt, weefde ik een sprookje en een weefsel die samen verslag doen over mijn ontdekking en mijn transitie.
English version here.
Het leek voor haar nooit echt bijzonder te zijn, het antieke hangslot. Zo gaat dat soms met dingen die je al je hele leven in bezit hebt, ook al hebben ze een zekere magie gaat het aan je voorbij. Pas nadat de verandering kwam begreep Elena dat het nooit iets gewoons was geweest. Haar mannelijke laagje van toen had haar tegen gehouden het te begrijpen, het in te zien. De afbeelding van de vrouw op het slot terwijl ze als man door het leven ging, het rijmde gewoon niet met elkaar. Eigenlijk vond ze het maar een stom slot, zoals ze destijds alles stom vond wat haar confronteerde met haar identiteit. En toch bewaarde ze het al die tijd met zorg in het geheime plekje in de nis achter haar boekenkast. En reisde het later elke verhuizing trouw mee in het doosje met relikwieën van welleer.
Totdat ze een week voor haar ontdekking een envelop kreeg van haar tante. Het was een brief aan haar gericht van haar betovergrootmoeder die eerder dat jaar overleden was. Het voelde vreemd zo naar haar dood nog een brief van haar te krijgen. Ineens zag ze het vriendelijke door en door gerimpelde gezicht van Betsy voor zich. Haar glimmende ogen altijd op zoek naar iets. De envelop voelde zwaar aan. Bij het openen ervan kwam een zuchtje lavendelgeur naar buiten. Betsy had overal wel zakjes lavendel in zitten, waarschijnlijk ook in de doos waar de brief in gezeten had. In de envelop zat een roestige sleutel en een opgevouwen brief, vergeeld door de tand des tijds. Ze wist meteen dat het de sleutel was van het slot. Op het briefje stond slechts één regel tekst. In haar ouderwets krullende handschrift van haar overgrootmoeder stond er: “Alleen zij die weten wat hun ware identiteit behelst moge de sleutel in gebruik nemen”. Vreemd en typisch weer. Echt zo’n oma Betsy raadsel. Elena voelde zich lichtelijk beledigd al kon ze dat gevoel niet zo goed plaatsen. Misschien omdat weer van haar verwacht werd een raadsel op t lossen, ze had wel andere dingen te doen. Zonder de sleutel uit te proberen stopte ze het terug in de envelop en schoof ze de envelop bijna achteloos in een la.
Maar sinds ze de sleutel in handen gekregen had leek haar wereld te kantelen. Het onheilspellende gevoel dat haar zo vaak bekroop werd ondragelijk. Ze begon meer te eten, te drinken, gaf zelfs weer toe aan het roken. Alles wat haar onrust kon temperen zette ze in zoals ze dat al jaren deed. Maar het hielp niet. Tot ze op de zevende dag in de spiegel keek en ze weer die verwarde blik terug zag in haar spiegelbeeld. Want nog steeds had ze al die dagen precies één ding niet geprobeerd dat in haar riep, schreeuwde dat het haar gerust kon stellen. Omdat het allemaal zo banaal klonk, te raar, belachelijk zelfs. Maar het ging toch steeds weer door haar hoofd. Ze wilde een jurk dragen. Dat had ze al zó vaak gevoeld maar ze had het altijd afgedaan als een soort zonde dat te voelen als man. Maar nu besloot ze het te proberen. Ze had immers niets te verliezen en niemand hoefde ervan te weten.
Vijf jaar later vond ze de sleutel terug, in dezelfde lade waar ze het had achtergelaten. Ze dacht meteen aan juist datgene wat ze toen vermeed. Ze zocht tussen de dozen met oude schoolboeken, foto’s en andere prullaria uit haar verre verleden tot ze het relikwieën-doosje vond. Ze opende het en viste het oude hangslot eruit. Het was een prachtig slot realiseerde ze zich verbaasd, gemaakt van verguld koper met een tekening van een gevederde godin erin gegraveerd.De Shapeshifter, begreep ze ergens uit een herinnering. Op de achterzijde een tekst in een voor haar onleesbare taal. Bizar hoe het sleutelgat precies op die plek zat waar bij haarzelf zoveel om te doen geweest was. Ze drukte de sleutel in de wat onwennige plek en begon te draaien. Het slot was stroef en oud en leek eerst niet mee te geven, maar met wat wrikken schoot de beugel met een roestig klik van het slot los. Het geluid klonk harder dan Elena verwacht had, alsof haar hoorgestel inzoomde op het slot.
Er gebeurde helemaal niets. Elena keek verward rond. Geen vreemde lichtshows, magische draaiingen of bijzondere wezens. Natuurlijk niet, maar ergens had ze erop gehoopt. Er gebeurde letterlijk niets meer dan het beugeltje dat uit het slot omhoog kwam. Het duurde even tot het tot Elena doordrong. Want haar slimme Betsy was haar voor geweest, ze had het altijd al gezien. En inderdaad, alle magie was al gebeurd begreep ze nu. Niet lang nadat ze die jurk aan gedaan had had ze begrepen wat haar al die jaren in de war gebracht had. Ze was hormoontherapie begonnen, de gender bevestigende operaties aangegaan en was haar leven gaan leven als vrouw. De laatste jaren was ze van haarzelf gaan houden, wat ze niet kon vóór die tijd. Misschien wilde haar Betsy haar gewoon vertellen dat ze mocht zijn wie ze toen al was, ook al zat er een vreemde verpakking omheen, ze kon dat veranderen. Het slot was slechts een symbool. Niet het slot maar Elena zelf was de shapeshifter. Veranderd naar haarzelf. Ze had zich onbewust gehouden aan de tekst in het briefje. Haar identiteit klopte nu volledig en ze bevestigde dat met het besluit het slot te openen. Het was niet het slot dat ze bevrijdde, het was haarzelf.
Tekst en weefsel Stellata Koppe, collage en foto’s door Virginie Moerenhout. Februari 2024