
Ik droomde laatst van een hond uit mijn verleden die een heel platte middel had, die zich op z’n drooms in een armoedige staat bevond. Na even zoeken op internet begreep ik dat het zou betekenen dat ik iemand over het hoofd zag. Een bekende die op de een of andere manier lijdt, iets in die strekking. Ik kon het verder niet plaatsen, of überhaupt heb ik soms gewoon bizarre dromen. Maar die oogjes van die arme hond!
Ik ging toch even mijn naasten af. Gaf ik mijn puberzoon te weinig aandacht? Ik had het gevoel dat ik hem juist net genoeg loslaat. Of mijn moeder? Maar zij stoot juist af. Ze stuurde me gisteren weer giftige brieven, op mijn vijftigste geboortedag. Ze wist toch weer binnen te dringen in mijn vredige modus en een stempel te zetten op die speciale dag. Ik denk daarom ook dat het zo bevrijdend is het echt te vieren op de dag van mijn ontdekking, 19 juni, zonder die gevoelens van mijn moeder erbij. Het is me allang duidelijk dat het echt niet mijn taak is haar te helpen, ik probeer juist afstand te creëren na vier jaar nare brieven van haar. Maar ook nu ik een periode probeer alles steevast ongeopend te retourneren weet ze er toch een soort spel van te maken.

Later op de avond belde ik met een vriendin, en zij wees me op het kind in mij dat zich ook soms moet uiten. Dat soms even goed huilen gezond is. Kostsluiting in mijn hoofd, als ik eenmaal ga huilen, gedraag ik me dan niet depressief? Of verval ik dan niet door een onuitputtelijke put aan verdriet in de depressiviteit? Het is soms zo spannend om de deksel van die put op te lichten. Maar het gebeurde vanzelf. Ik huilde en voelde me ineens zes jaar, helemaal verloren in onbegrip. Ik kon nu zo duidelijk zien dat ik de pijn voelde die ik voelde als kind. Ik had Aurora, zoals ik mijn innerlijk kind noem, al weer een tijd niet aangekeken. In de nacht die volgde, toen ik even woelend wakker lag, realiseerde ik me dat ik haar toch alweer een lange periode weggedrukt had. Iets wat ik zo vanzelfsprekend doe. Omdat het teveel kan zijn haar aan te kijken, te voelen, druk ik haar van me weg, zoals ik gewend ben.
Ze komt dan alleen tot uitdrukking in mijn creatieve expressie, steeds wat meer laat ik dat toe. Bijzonder hoe ik de laatste jaren focus op het weven. Zoals er in mijn vrouwenlijn veel met textiel gewerkt is. Mijn moeder die quilt en haakt, en vroeger ook het spinnenwiel gebruikte en weefde. En mijn grootmoeder die spinde, weefde en kleding maakte. Het handwerken is de kracht in deze lijn, maar het onderdrukken van emoties is er nog krachtiger. Al weet ik niet of het werken met textiel persé helend gewerkt heeft in de vrouwenlijn, voor mij werkt het in ieder geval rustgevend.
Maar toch vergat ik al wevende aandacht te geven aan mijn eigenste Aurora. De arme hond in mijn droom die me zo verloren aankeek symboliseerde Aurora die al een tijd geen omarming van me gehad had. Die omhelzing gooit niet direct een put open met allerlei depressieve gevoelens uit het verleden, en daarbij merk ik dat ik die gevoelens juist veel beter aan kan nu. Ik merk dat het schrijven stopt en het weven moeizamer op gang komt als ik dat alles zoveel mogelijk negeer. Dus ik negeer het niet, en gebruik mijn jurkjes soms even als positieve affirmatie, en het weven als manier complexe gevoelens te uiten of rust te vinden in mijn systeem. En ik vetrouw er op dat als ik Aurora toch weer even vergeet, ik een signaal krijg vanuit mijn droomwereld weer even om te kijken.

